Magteld Darroch-Jansen (1976-2014)

Magteld Darroch-Jansen

My beautiful, dearly beloved wife passed away on Monday, less than two years after being diagnosed with breast cancer and eight weeks after our family moved to her native Netherlands. This is an edited version of the eulogy I delivered at her cremation yesterday, May 31, in The Hague, with an English translation below.

Bijzondere mensen leer je soms pas echt kennen bij bijzondere omstandigheden. Zo was het met Magteld Darroch-Jansen, twaalf en een half jaar mijn echtgenote, twee decennia mijn geliefde, de dochter van Diny en Luc, de grote zus van Sanneke en Marlies, en een trouwe vriendin van mensen aan beide kanten van de Noordzee.

We kenden Magteld al als een dappere vrouw: vastberaden, resoluut, bij tijden eigenwijs, maar altijd bedachtzaam en openstaand voor de gevoelens van anderen. Iemand die het lukte haar zin te krijgen zonder haar stem te verheffen of mensen te kwetsen. Maar ze liet echt zien hoe dapper ze was door de manier waarop ze de verschrikkelijkste beproevingen aanpakte: de strijd tegen kanker, de orkaan die haar leven zou verwoesten en die ze toch in alle kalmte tegemoet trad.

Magteld te kennen verrijkte mijn leven op ontelbare manieren. Onder andere leerde ik door mijn relatie met haar de Nederlandse taal en cultuur kennen. Zonder haar zou ik geen weet hebben van machtige literaire figuren als Harry Mulisch, Jean-Pierre Rawie en Suske en Wiske. Zonder haar was ik nooit de vader geworden van twee Nederlands-Schotse kinderen, Euan en Adam, die haar grootste geschenk waren en haar grootste trots. Ter ere van Magteld houd ik deze toespraak in het Nederlands, hoewel zij zo vlekkeloos Engels sprak, dat wij onder elkaar maar zelden haar moedertaal gebruikten.

Magteld at Lake Garda, June 1993, where we metWe waren nog maar tieners toen we kennismaakten. Zij 17, ik 18. We ontmoetten elkaar niet op het platteland van Norfolk; ook niet op het nog plattere land van Zuidoost Drenthe; maar in de bergen boven het Italiaanse Gardameer. Daar werkte ik in de zomer op een camping, voordat ik naar Edinburgh zou gaan om te studeren; zij was er om met een vriendin vakantie te vieren. Het was een bliksemslag van het puurste toeval die onze levens samensmolt. Elke ochtend ontbeet ik met uitzicht over het meer en de hoge bergen aan de overkant. Wie zou er in zo’n prachtige omgeving niet verliefd kunnen worden? En ineens liep daar dit tengere blonde meisje met haar zachte glimlach en licht sprankelende ogen voor me.

Maar na een paar vlugge avondjes zoenen bij mijn tent moest ze weer naar huis. En ik dacht een vakantieliefde te hebben meegemaakt, niets meer, met een beeldschoon Nederlands meisje van wie ik de naam de hele week niet eens durfde uit te spreken. Het soort liefde dat in de koude Schotse wintermaanden zeker zou sneuvelen.

Niet voor de laatste keer bleek dat ik de vastbeslotenheid en de stille kracht van Magteld in hoge mate had onderschat.

De volgende avond belde ze. En de avond daarna belde ze weer. Tot de dag van vandaag weet ik niet hoe ze haar vader overhaalde om die hoge telefoonrekeningen te betalen, want bellen naar het buitenland was in die tijd nog erg duur. Maar door de zomermaanden heen schreven we liefdesbriefjes aan elkaar. Met kerst kwam ik voor de eerste keer naar Nederland, naar Sleen: met de paasvakantie kwam ze naar mijn ouderlijk huis, vlakbij Norwich. En die zomer kwam ze weer, en ze bleef vijf weken, en als ze terugging konden we elkaar niet loslaten.

Blog - Arranging flowersTwee jaar later studeerde ze af als bloemiste en kwam ze bij mij wonen in Edinburgh. Ze vond zonder enkele moeite werk in een Schotse bloemenzaak. Magteld schaamde zich altijd voor haar opleidingsniveau, maar onterecht. Ze was niet zomaar een bloemiste, maar een kunstenaar met de natuur, die een handjevol bladeren en takken kon omtoveren tot prachtige meesterstukken. Haar intelligentie was van een andere orde dan die van de zelfingenomen kostschoollui onder wie ik opgroeide. Het straalde door in haar empathie, haar mensenkennis, de manier waarop ze nieuwe onderwerpen en nieuwe uitdagingen snel en zonder pretenties onder de knie kreeg. Voor mij was het betoverend en verfrissend.

Na nog een jaar in Edinburgh studeerde ik af en ik ging naar Preston, in Engeland, om mijn diploma journalistiek te halen. Magteld bleef nog een jaar in Schotland. Het werd weer een lange-afstandsrelatie, maar dit keer zonder de zee ertussen. Toen ik mijn eerste baan kreeg, verhuisden we samen naar Peterborough. Toen ze mij het jaar daarop naar Northampton volgde dacht ik: dit moet echt ware liefde zijn. En toen we na nog een jaar de kans kregen om terug te keren naar Schotland, naar Glasgow, vroeg ik haar om met mij in het huwelijk te treden. En op 7 september 2001 trouwden we in het gemeentehuis in Sleen, op een typisch Schotse herfstdag, wat wil zeggen: het regende onophoudelijk. Dat schijnt een geluksteken te zijn, en zo was het.

Magteld at the top of Ben LomondDe veertien jaren die we in Glasgow doorbrachten waren niet altijd makkelijk. Ze zat ver van haar familie af en we maakten ons ernstige zorgen over de ontwikkeling van onze twee kinderen. Magteld werd een onvermoeibare strijder, eerst voor haar eigen gezin, en daarna voor anderen in dezelfde situatie. Als voorzitter van de ouderraad op Euans school toonde ze een vermogen om haar zin te krijgen door beleefd maar onverzettelijk aan haar eisen vast te houden. Ze sneed door de krakkemikkige Glasgowse bureaucratie heen als een mes door de boter, maar altijd goedmoedig en met een lachje erbij.

Magteld was een van de vrouwen van wie de schoonheid met de jaren alleen maar toenam. Ze droeg nauwelijks make-up, want ze vond het onnodig, en ze had gelijk. Nadat ze keihard en succesvol had gevochten om gepaste scholing te regelen voor de kinderen, bloeide ze op. De angst van die tijd begon weg te smelten en we begonnen steeds meer te denken aan de volgende fase in ons leven. Want Magteld had lang de droom gekoesterd om ooit met haar gezin terug te keren naar Nederland, en ik wilde graag het avontuur met haar meemaken. Zestien jaar lang was Magteld degene in onze relatie met de moeilijke naam en het grappige accentje; nu was ik aan de beurt.

En toen kwam de eerste harde klap. Kort voordat we in 2012 voor een vakantie waren vertrokken, voelde ze een harde bult in haar borst en liet hem onderzoeken. Terwijl we wachtten op de uitslag, brachten we twee heel plezierige weken door in de Franse Elzas. Alle dokters dachten dat het om iets goedaardigs ging, maar op 30 augustus – uitgerekend mijn 38e verjaardag – hoorden we het slechte nieuws. Magteld had borstkanker. Ze moest al haar plannen een jaar uitstellen om te worden behandeld.

Magteld with her hair growing back from cancer treatment, February 2013De Noordzee leek breder dan ooit. Typerend voor Magteld was een van haar eerste gedachten, toen de eerste schrik voorbij was, om haar blog te beginnen zodat ze anderen kon helpen, die zich in dezelfde afschuwelijke situatie bevonden. Het jaar verstreek. Binnen acht maanden had ze chemotherapie, een mastectomie en radiotherapie. De genezing leek goed te verlopen. Afgelopen zomer gingen we weer op vakantie, naar Denemarken, naar Legoland met de kinderen en het gezin van haar zus. We kwamen terug, zetten ons huis te koop en hielden ons intensief bezig met de voorbereidingen om naar Nederland te verhuizen, die nu dringender waren dan ooit.

Maar de strijd tegen kanker is een gemene strijd tegen een onberekenbare, valsspelende tegenstander. Je kunt nooit winnen of verliezen, alleen doorzetten. In januari, een dag nadat ons Schotse huis officieel verkocht was, belde haar dokter. Magteld had rond de kerst steeds meer last van hoesten, en het bleek nu dat de kanker was uitgezaaid naar haar longen.

Opeens moest alles in razendsnel tempo geregeld worden. Ze vloog naar Den Haag om een huis uit te zoeken. De week daarop begon ze weer met een nieuw traject chemotherapie. Haar ademhaling verbeterde, het hoesten verdween. Maar ze begon nu pijn te voelen in haar rug en schouders, waarvan de oorzaak onduidelijk was.

Magteld in the Scotsman Hotel for our wedding anniversary, March 2014In maart vierden we ons twaalfeneenhalfjarig huwelijk in grootse stijl, in Edinburgh, de stad waar we zoveel mooie herinneringen hadden. In de Baronial Suite van het vijfsterren-hotel Scotsman, in het voormalige kantoor van de krant waar ik als student mijn eerste rugbyverslagen inleverde. Ondanks haar klachten maakten we een wandeling door het centrum en lunchten in een van onze favoriete Schotse pubs. Diep in de nacht werd Magteld wakker van de pijn. Ze liep naar het raam en keek van bovenaf uit over de bekende Edinburgse skyline. Het stelde haar gerust.

Maar de pijn bleef terugkeren en binnen een week lag Magteld in het ziekenhuis, waar bleek dat de chemotherapie de kanker niet kon terugdringen. Ze kreeg meer radiotherapie, een rolstoel en het advies om zo snel mogelijk koers te zetten naar haar geboorteland. Op 7 april verliet ze Schotland voor de laatste keer. Ze kwam terecht in het Jacobshospice, waar ze onder de uitstekende verzorging van het personeel sterker leek te worden. Nog steeds zette ze haar grote mensenkennis in om andere bewoners van het hospice te helpen, en hield zich druk bezig met familiezaken zoals de scholing van de kinderen. Elke keer dat ik daar binnenkwam, zag ik nieuwe gezichten, maar Magteld kon feilloos vertellen over elke persoon die er verbleef, hielp of werkte, alsof ze ze al jaren kende.

Na vijf weken lukte het haar zelfs om uit het hospice te worden ontslagen en in ons huis aan de Azaleastraat te komen wonen, het huis dat ze voor ons gezin gekozen had en waar ze zo lang van had gedroomd. Afgelopen zaterdag genoten we met de hele familie van Euans 11e verjaardag, met een barbecue in de zon en een hartstikke gezellige sfeer. We verbeeldden ons dat het de eerste van vele geweldige feesten in het huis zou zijn.

Maar het liep anders. Tijdens het weekend had Magteld steeds meer last van vermoeidheid en vocht om adem te halen. Ze kon niet meer liggen van benauwdheid, maar verzette zich er fel tegen om in het ziekenhuis te worden opgenomen. Kort na 4 uur belde ik de ambulance en ze werd met grote spoed naar het Haga Ziekenhuis vervoerd, waar ze later die middag, in het bijzijn van haar familie en met haar drie dierbare jongens – Euan, Adam en ik – aan haar bed, het leven verliet.

Dat was Magteld tot het einde toe: bedachtzaam, trouw, eigenwijs, slim: de beschermende engel van ons gezin.

Magteld at Marlies's wedding, 2007.

Ik besluit met een Engels gedichtje:

Snijbloempje

Petals tend to catch the eye,

Sprinkling sunlight, luring drifting passers-by

With promises of honey, sweet and true;

Such dazzling early bloom soon fades

And withers, coming back in deeper shades

With glimpses of that brighter, bolder hue.

Tender stems can turn resilient,

Even autumn leaves can glisten, brilliant

In the year’s-end golden residue;

But you were strongest in the roots

That cultivated light to craft new shoots,

Now tilled back in the soil where our love grew.

Welterusten lieve schat. Je leeft nog voort in onze gedachten en de talloze mooie herinneringen.

(Thanks to Hilde Huisman for her help with the Dutch text)

English translation

Exceptional people sometimes only truly reveal themselves in exceptional circumstances. So it was with Magteld Darroch-Jansen, who was for twelve and a half years my wife, two decades my beloved, the daughter of Diny and Luc, the big sister of Sanneke and Marlies, and a loyal friend to people on both sides of the North Sea.

We knew Magteld was a courageous woman: determined, resolute, sometimes headstrong, but always considerate and open to the feelings of others. Someone who had the knack of getting her way without raising her voice or hurting people. But she only showed her true bravery in the way she dealt with the most harrowing test of her life: the battle with cancer, the hurricane that would destroy her life, but which she faced with utter calm.

Knowing Magteld enriched my life in countless ways. Among other things, it was through her that I got to know the Dutch language and culture. Without her I would have known nothing of literary greats such as Harry Mulisch, Jean-Pierre Rawie and Suske and Wiske [Well-known Flemish comic-strip characters – GD] . Without her I would never have become the father of two Dutch-Scottish boys, Euan and Adam, who were her greatest gift and greatest pride. In honour of Magteld I am giving this address in Dutch, although her English was so flawless that we rarely spoke her mother tongue together.

We first met as mere teenagers. She was 17, I was 18. We met neither in the Norfolk countryside nor on the even flatter terrain of south-eastern Drenthe, but in the mountains above Lake Garda in Italy. I had a summer job there on a campsite before going off to Edinburgh to study; she was there on holiday with a friend. It was a lightning bolt of purest coincidence that fused our destinies. Every morning I had breakfast with a view of the lake and the high mountains beyond. Who could not have fallen in love in such a beautiful setting? And all of a sudden this slender, blonde girl with her shy smile and lightly sparkling eyes appeared before me.

But after a few evenings of stolen kisses at my tent, she had to return home. And I thought I had enjoyed a holiday romance, nothing more, with a stunning Dutch girl whose name I didn’t dare to speak out loud for the whole week. The kind of love that would have no chance of surviving the harsh Scottish winter.

Not for the last time, it turned out I had greatly underestimated Magteld’s determination and quiet strength.

The next evening she called. And the evening after that she called again. To this day I have no idea how she persuaded her father to pay those huge phone bills, because calling abroad in those days was very expensive. But all through the summer we exchanged love letters. At Christmas I came to the Netherlands for the first time, to Sleen: in the Easter holiday she came to my parents’ home near Norwich. And that summer she came again, and stayed for five weeks, and by the time she left we were inseparable.

Two years later she qualified as a florist and came to live with me in Edinburgh. She had no trouble finding work at a Scottish florist’s. Magteld was always insecure about her educational level, but unjustly. She was more than just a florist: she was an artist with nature, able to transform a handful of leaves and branches into a beautiful masterwork. Her intelligence was of a different kind from the self-assured public school types I grew up with. It shone through in her empathy, her knowledge of people, the way she could get her head around new subjects and new challenges without a fuss. For me it was bewitching and refreshing.

After one more year in Edinburgh I graduated and went to Preston, in England, to study for my diploma in journalism. Magteld stayed in Scotland for a year. Once again we had a long distance relationship, only this time without the sea in between. When I got my first job we moved together to Peterborough. When she followed me the next year to Northampton, I thought: this has to be true love. And when we got the chance a year later to return to Scotland, to Glasgow, I asked her to marry me. And on September 7 2001 we were married, in the village hall in Sleen, on a typically Scottish autumn day – that is, it rained constantly. It’s supposed to be a lucky sign, and so it proved.

The 14 years we spent in Glasgow were not always easy. She was a long way from her family and we had serious concerns about our two children’s development. Magteld became a tireless fighter, first for her own children, and later for others in the same situation. As chair of the parent council at Euan’s school she revealed a capacity for getting her way by politely but insistently sticking to her demands. She cut through the cumbersome Glaswegian bureaucracy like a knife through butter, but always with good humour and a smile.

Magteld was one of those women who grew more beautiful as the years went by. She hardly ever wore make-up because she thought it was unnecessary, and she was right. Once she had fought hard and successfully to arrange appropriate schools for the children, she flourished. The anxiety of that time began to melt away and we began to look towards the next stage of our lives. Because Magteld had long cherished the dream of returning to the Netherlands with her family, and I was keen to join her in the adventure. For 16 years Magteld had been the one in our relationship with the difficult name and quirky accent: now it was my turn.

And then came the first heavy blow. Shortly before we went on holiday in 2012, she felt a hard lump in her breast and went for a check-up. While we were waiting for the result we spent two very enjoyable weeks in Alsace, in France. All the doctors thought it was something benign, but on August 30 – which happened to be my 38th birthday – we received the bad news. Magteld had breast cancer. She had to put all her plans on hold for a year to have treatment.

The North Sea seemed wider than ever. Typically for Magteld, one of her first thoughts once the initial shock had passed was to start her blog, so that she could help others in the same dreadful situation. The year went by. In eight months she had chemotherapy, a mastectomy and radiotherapy. Her recovery seemed to be going well. Last summer we went on holiday again, to Denmark, to Legoland with our children and her sister’s family. We came back, put our house on the market and busied ourselves with our preparations to move to the Netherlands, which were now more urgent than ever.

But the battle against cancer is a vicious battle against an unpredictable opponent that doesn’t play fair. It can’t be won or lost, only sustained. In January, one day after our house in Scotland was officially sold, her doctor phoned. Magteld had been struggling since Christmas time with a worsening cough, and now she learned that her cancer had spread to her lungs.

Suddenly things had to be organised at a rate of knots. She flew to The Hague to look for a house. The next week she began a new course of chemotherapy. Her breathing improved, the cough faded. But now she began to feel pain in her back and shoulders, the cause of which was unclear.

In March we celebrated our copper wedding [12 and a half years, the first major milestone in Dutch marriages – GD] in grand style, in Edinburgh, the city where we had so many lovely memories. In the Baronial Suite in the five-star Scotsman Hotel, the former newspaper office where I filed my first rugby match reports when I was a student. Despite her symptoms we went for a walk through the city centre and had lunch in one of our favourite Scottish pubs. In the middle of the night Magteld awoke in pain. She went to the window and looked down at the familiar Edinburgh skyline. It comforted her.

But the pain kept coming back, and within a week Magteld was in hospital, where she learned that the chemotherapy had been unable to stop the cancer. She was given more radiotherapy, a wheelchair, and a doctor’s advice to leave for her native country as soon as possible. On April 7 she left Scotland for the last time. She moved into the Jacobshospice, where she seemed to grow stronger thanks to the outstanding care of its staff. She still used her great knowledge of people to help other residents and occupied herself with family business such as finding schools for the children. Every time I went in I saw new faces, but Magteld could give me chapter and verse on everybody who lived, worked or helped there, as if she’d known them for years.

After five weeks she even managed to check out of the hospice and move in to our house on Azaleastraat, the house she had chosen for our family and which she had dreamed of for so long. Last Saturday we enjoyed Euan’s 11th birthday in the company of the whole family, with a barbecue in the sun and in a wonderfully relaxed mood. We imagined it would be the first of many fine celebrations in our house.

But events took a different course. Over the weekend Magteld struggled increasingly with tiredness and fought for breath. She could no longer lie down because of the tightness in her chest, but she resisted being taken to hospital. Shortly after 4am I called the ambulance and she was rushed to the Haga Ziekenhuis hospital, where later that afternoon, with her family around her and her three dear boys – Euan, Adam and myself – at her bedside, she departed this life.

That was Magteld to the end: considerate, loyal, independent-minded, smart: the guardian angel of our family.

I’d like to finish with a poem in English:

Snijbloempje [the cut flower]

Petals tend to catch the eye,

Sprinkling sunlight, luring drifting passers-by

With promises of honey, sweet and true;

Such dazzling early bloom soon fades

And withers, coming back in deeper shades

With glimpses of that brighter, bolder hue.

Tender stems can turn resilient,

Even autumn leaves can glisten, brilliant

In the year’s-end golden residue;

But you were strongest in the roots

That cultivated light to craft new shoots,

Now tilled back in the soil where our love grew.

 

Good night, my darling. You will live on in our thoughts and countless beautiful memories.

15 thoughts on “Magteld Darroch-Jansen (1976-2014)

  1. Gordon – I have never met you, Magteld or your boys, but through FB mutual friends I feel I have been given a glimpse into your lives.
    There is nothing I can say about Magteld’s death – words can sometimes fail and fall and not convey what is really meant.
    But I do think that her spirit will live on in you and the boys.

  2. heel veel sterkte en Gods nabijheid toegebeden voor de toekomst hartelijk dank voor het delen van dit ontroerende levensverhaal ook sterkte voor uw kinderen en verdere familie!

  3. A wonderful tribute, Gordon. Sorry I never knew Magteld but your writing makes me feel as if I did. Sincerest best wishes to you and the boys

  4. Prachtig geschreven en gesproken, Gordon. Het is heel triest hoe snel Magteld achteruit is gegaan. Ik heb haar in het hospice in Den Haag ontmoet en hoewel ik wist hoe ziek ze was (je komt niet zomaar in een hospice), maakte ze een heel actieve en alerte indruk. Ze was zo trots op het huis, de buurt en de school voor de jongens.

    Ik wens jullie heel veel sterkte om door te gaan na het verlies van Magteld.

  5. We were all saddened to hear of Magteld’s passing. Sending our prayers to you and your boys from all the staff at Katrine House (East Park) xx

Leave a Reply to julie johnston Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.